Doodwens bij ouderen is levensvraag; de andere waarheid over wetsvoorstel hulp bij zelfdoding

Op 24 maart, de internationale dag van het recht op de waarheid, brengt psychosociaal therapeut Anne Gouweloos haar boek naar buiten over de negatieve gevolgen die het wetsvoorstel ‘voltooid leven’ in de praktijk op ouderen kan hebben. De auteur spreekt over maatschappelijk lijden: ouderen die zich buitengesloten voelen door de veranderende samenleving, daarover piekeren, zich terugtrekken, depressief raken en niet weten hoe hun leven opnieuw zin te geven om vervolgens hun leven als voltooid te bestempelen. Gouweloos komt met suggesties, ook voor de familie en de overheid.

De pas gepensioneerde Rotterdamse Gouweloos maakt zich zorgen over het wetsvoorstel dat gezonde ouderen hulp bij zelfdoding zal bieden. ‘Toen ik jaren geleden voor het eerst las over een wet die lichamelijk en psychisch gezonde mensen hulp bij zelfdoding zou geven, schrok ik me wezenloos. Vooral toen bleek dat alleen ouderen daarvoor in aanmerking zouden komen. D66-kamerlid Dijkstra heeft er een wetsvoorstel voor ingediend en de nieuwe Tweede Kamerleden moeten erover stemmen. Nu weet ik wel dat dit de normale gang van zaken is, maar in dit geval vind ik het vooral heel eng. Dat een politieke lobby kan leiden naar een samenleving waarin het normaal wordt dat ouderen voortijdig een einde aan hun leven kunnen laten maken, maakt me bang. En dat uit onderzoek blijkt dat voornamelijk alleenstaande vrouwen uit stedelijke gebieden die in armoede en sociale isolatie leven, zeggen daar gebruik van te willen maken, maakt me zeer bedroefd.’

Gezond dood willen?
Gouweloos verdiepte zich in het onderwerp ‘voltooid leven’. Want dat was volgens D66 de aanleiding van het wetsvoorstel. ‘Ik stelde me voor hoe dat zou zijn. Zou ik ooit klaar zijn met leven? Komt er een tijd dat ik wel gezond ben maar toch dood wil? Ik kan het me wel een beetje voorstellen als ik bijvoorbeeld lichte psychische klachten zou krijgen. Maar ik geloof niet dat ik echt een einde aan mijn leven laat maken. Mijn kinderen en vrienden in rouw achterlaten zou ik nooit over mijn hart kunnen verkrijgen.’ Toen ze dat besefte wilde Gouweloos de mogelijke ellende voor zijn. Ze maakte een levensplan voor zichzelf. Daarin schreef ze wat ze nog in haar leven wilde doen, hoe ze haar leven zin kon blijven geven en hoe ze zo gezond mogelijk kon blijven. Daarvoor bedacht ze de ‘wilsverklaring onvoltooid leven’ die ze gratis voor iedereen beschikbaar stelt (www.psychotheker.nl). Ook voor de oudste ouderen onder ons. Want zoals Gouweloos zegt: ‘Ook al ben je negentigplus, je hoeft toch niet de hele dag op je dood zitten te wachten als je gezond bent?’

Lobby
Gouweloos merkt dat veel ouderen niet op de hoogte zijn van dit wetsvoorstel. Ze vindt dat raar. ‘De ouderen die het vertel, reageren met ongeloof en vragen zich af of de politiek nu helemaal gek geworden is. Het lijkt me toch normaal dat alle Nederlanders uitgebreid worden geïnformeerd over de politieke wens om hulp bij zelfdoding mogelijk te maken voor gezonde mensen. En wel voordat er überhaupt een wetsvoorstel wordt ingediend. Uit breed onderzoek blijkt namelijk dat er geen gezonde ouderen zijn die nú dood willen. En, laten we wel zijn, ook al lijkt het vooralsnog alleen om ouderen te gaan, het gaat ook om iemands vader, moeder, opa, oma of goede vriend.’
VVD, D66, 50-Plus en Partij voor de Dieren zijn voorstander van het wetsvoorstel dat gezonde 75-plussers helpt bij zelfdoding. Wordt er een kabinet gevormd met een van deze partijen en/of met de PvdA en GroenLinks – die in 2017 al voorstander van een wet ‘voltooid leven’ waren – dan komt die wet er. ‘En anders gaan VVD en D66 gewoon verder met lobbyen totdat er een meerderheid in de Tweede en Eerste Kamer is,’ vreest Gouweloos.

Ondoordacht
De voorstanders van het wetsvoorstel gebruiken het fenomeen ‘zelfbeschikking’ als argument. Daarmee bedoelen ze dat je zelf mag bepalen of je dood wil. Gouweloos benadrukt dat zelfbeschikking niet inhoudt dat iemand jou mag helpen bij zelfdoding. Dan is het moord. Zelfbeschikking betekent volgens de Internationale Rechten van de Mens dat je over je eigen leven mag beschikken. Er bestaat geen recht op de dood. Dat is ook maar beter van niet want het leven bestaat uit pieken en dalen. Zou er wel een recht op de dood bestaan dan gaan er hoogstwaarschijnlijk veel mensen dood met een lichte depressie die goed behandeld hadden kunnen worden. Maar buiten de juridische aspecten vindt Gouweloos het belangrijker dat we beseffen dat er gezonde mensen zijn die niet weten wat zelfbeschikking is, er nooit in opgevoed zijn en hun leven laten leiden door anderen. En die gewoon uiteindelijk doen wat anderen hen zeggen te moeten doen. Als ze denken de ander tot last te zijn zullen ze er uiteindelijk van overtuigd raken dat hun leven er niet toe doet. Dat het beter is om er niet meer te zijn en niet beseffen dat hen dit onbewust of bewust is aangepraat. Gouweloos is dus ook bang voor misbruik van de wet. Dat we naar een samenleving gaan waarin het normaal is dat je na je vijfenzeventigste hulp bij zelfdoding vraagt. Een wet maakt immers iets normaal.
Een doodswens bij ouderen komt overigens inderdaad vaak voort uit een goed behandelbare depressie die niet wordt herkend, zo blijkt uit diverse onderzoeken. De oudere zelf noemt het dan eenzaamheid en uitzichtloosheid. Kortom, dit wetsvoorstel lijkt ‘barmhartig’ zoals indiener Dijkstra het noemt, maar is volgens Gouweloos zeer ondoordacht en inhumaan. ‘Omdat het de oudere geen oplossing biedt behalve de dood. Wanneer een gezond iemand zegt dood te willen, zegt hij eigenlijk een ander leven te willen. Een doodswens is dus een levensvraag.’

Welzijn of dood
Gouweloos zocht de afgelopen drie jaar uit wat ze zelf wilde weten over het zogenaamde voltooide leven. Dat werd zoveel dat het een boek is geworden (‘Leef onvoltooid! Zinvol en schaamteloos ouder worden’). Ze gebruikte haar vakkennis en levenservaring om suggesties te doen hoe ouderen hun leven in positieve zin kunnen veranderen. Ze stelt ouderen levensvragen waar ze zelf over kunnen nadenken en desgewenst met anderen over kunnen spreken. Daarbij blijkt het veel uit te maken dat hun kinderen, kleinkinderen en andere geliefden hardop hun liefde voor de oudere uitspreken. Gouweloos: ‘Wanneer ouderen dat horen beseffen ze pas dat zij heel belangrijk zijn voor hun geliefden. Ouderen zijn van waarde voor zichzelf en voor anderen. Ieders leven doet ertoe. In Nederland lijken we dit vanwege een doorgeslagen individualisme niet meer te beseffen. Je kunt wel zeggen ‘ik bepaal zelf of ik dood wil of niet’, maar daarmee ga je voorbij aan degenen die in rouw achterblijven. Ik denk dat het goed is dat ouderen dat beseffen. En voor de overheid ligt er een andere taak dan hulp bij zelfdoding mogelijk maken. De wettelijke taak van de overheid is om bij te dragen aan ons welzijn. Volgens mij bevorder je iemands welzijn niet door hem of haar de dood aan te bieden. Dan valt er namelijk niets meer aan dat welzijn te verbeteren.’

Anne Gouweloos
psychosociaal therapeut